Duurzame Keuzes: Hoe Tweedehands Kleding de Wereld Helpt
De documentaire The True Cost legt deze keten pijnlijk bloot: van de katoenplantage tot de stortplaats, fast fashion laat een spoor van vernieling achter.
Maar het begint bij ons.
Klazina Mossel, uit Zuidlaren, merkte dit toen haar kinderen klein waren. “Kinderen groeien zo snel, je koopt steeds weer iets nieuws,” vertelt ze. Broekjes werden binnen een paar maanden te kort, shirts kregen gaten of scheuren. Dus begon Klazina zich af te vragen: “Waar komt al die kleding vandaan? En waarom is het eigenlijk zo goedkoop?” Haar zoektocht naar antwoorden opende haar ogen. Ze ontdekte dat de kledingindustrie niet alleen het milieu schaadt (met 235 miljoen kg textielafval per jaar in Nederland) maar ook mensen uitbuit.

De harde feiten: de impact van fast fashion
De kledingindustrie, en vooral fast fashion (denk aan ketens als Zara, H&M en Mango), produceert razendsnel goedkope kleding. Maar die lage prijs heeft een hoge kostenpost voor het milieu en de mensen die de kleding maken.
Hier zijn de cijfers:
CO2-uitstoot:
Misschien heb je last van vliegschaamte en probeer je vliegvakanties zoveel mogelijk te vermijden. Maar wist je dat de kledingindustrie verantwoordelijk is voor méér CO2-uitstoot dan de internationale luchtvaart en zeescheepvaart samen? Namelijk 8-10%
Ter vergelijking: de vleesindustrie veroorzaakt zo’n 14,5% van de wereldwijde uitstoot. Hoewel de vleesindustrie dus iets meer uitstoot, is de kledingindustrie een verrassend grote speler in klimaatverandering.
Een gemiddelde Nederlander koopt jaarlijks 50 nieuwe kledingstukken, wat per persoon zo’n 270 kg CO2-uitstoot oplevert. Dat is vergelijkbaar met 2.500 km rijden in een benzineauto.
Waterverbruik:
Voor één katoenen T-shirt is 2.700 liter water nodig – dat is wat een mens in 2,5 jaar drinkt. Een spijkerbroek? Gemiddeld 8.000 liter. Wereldwijd verbruikt de textielindustrie jaarlijks 79 miljard kubieke meter water, terwijl de hele EU-economie in 2017 266 miljard kubieke meter nodig had. De vleesindustrie gebruikt ook veel water (vooral voor veevoer), maar de textielindustrie is de op één na grootste waterverbruiker ter wereld.
Ongeveer 20% van de wereldwijde vervuiling van schoon water komt door textielverf en chemicaliën. Bij het wassen van polyester kleding komen microplastics vrij: jaarlijks belandt een half miljoen ton microplastics in de zee, gelijk aan 50 miljard plastic flessen.
Dit schaadt zeeleven en komt zelfs in onze voedselketen terecht.
Afval:
Europeanen gooien jaarlijks 11 kg textiel weg, waarvan 87% in de verbrandingsoven of op stortplaatsen belandt. In Nederland gooien we 235 miljoen kg textiel per jaar weg, waarvan 1,2 miljoen kg wordt vernietigd. Een kledingstuk wordt gemiddeld maar 7 keer gedragen.
Fast fashion stimuleert deze wegwerpcultuur door lage kwaliteit en snelle trends.
Slavernij en uitbuiting in de kledingindustrie
Miljoenen mensen, vooral in landen als Bangladesh en China, werken onder mensonterende omstandigheden in de kledingindustrie. Voor een gemiddeld maandloon van slechts 66 dollar verrichten arbeiders dagenlang zwaar werk in onveilige fabrieken. Kinderarbeid, dwangarbeid en extreme werkuren zijn helaas geen verleden tijd — ze zijn vandaag nog steeds bittere realiteit.
Organisaties zoals de Schone Kleren Campagne en International Justice Mission (IJM) strijden tegen deze misstanden, want de lage prijzen van fast fashion gaan vaak letterlijk over de rug van de arbeider. Eén van de bekendste – en beruchtste – voorbeelden is de Chinese fastfashiongigant Shein.
Uit deze undercoverdocumentaire van Channel 4 blijkt dat textielarbeiders in Shein’s fabrieken werkdagen van 18 uur maken, met slechts één vrije dag per maand. Wie een fout maakt, riskeert het verlies van twee derde van het loon. In sommige fabrieken krijgen medewerkers slechts 4 cent per geproduceerd kledingstuk betaald. Deze omstandigheden zijn in strijd met de Chinese arbeidswet én met Sheins eigen gedragscode.
Toch blijft het bedrijf razendsnel groeien. Dankzij extreem korte levertijden en spotgoedkope kleding weet Shein razendsnel in te spelen op trends op sociale media. Maar achter die snelle en goedkope mode schuilt een systeem van structurele uitbuiting.
Vlees versus kleding: een vergelijking

Retourzendingen
Bij online kledingwinkels ligt het retourpercentage extreem hoog. Bij sommige modewebshops wordt tot 60–70% van de kleding teruggestuurd, en in extreme gevallen tot wel 90% bij specifieke acties of doelgroepen. Het controleren, opnieuw verpakken en opnieuw in voorraad brengen van geretourneerde kleding is vaak duurder dan de oorspronkelijke verkoopprijs — vooral bij goedkope kleding (bijv. een shirt van €5). Grote ketens zoals Shein, of Zalando werken met zulke hoge volumes en korte doorlooptijden, dat retourneren verwerken vaak niet rendabel is. Een deel wordt verkocht als tweedehands of outlet, een ander deel wordt verbrand of gestort — vooral in landen zonder strenge regelgeving.
Pas op: niet elke kledingbak is wat hij lijkt!
Je oude spijkerbroek een tweede leven geven via een kledingbak? Wees voorzichtig! Op veel plekken in Nederland duiken illegale kledingbakken op. Deze bakken suggereren dat je donatie naar een goed doel gaat, maar dat is lang niet altijd waar.
Consumentenprogramma Radar ontdekte dat bedrijven achter zulke bakken zitten, zonder vergunning van gemeenten en zonder samenwerking met goede doelen. Scholen en kinderdagverblijven worden benaderd om bakken op hun terrein te plaatsen, in de veronderstelling dat ze iets goeds doen.
Maar waar belandt je kleding echt? Vaak wordt het doorverkocht voor winst, of erger, gedumpt in landen als Nigeria, waar het milieu en lokale economieën schaadt. Jaarlijks ontvangen verschillende Afrikaanse landen miljoenen kilo’s textielafval (dus geen mooie items die anderen nog kunnen dragen), dat vaak op stortplaatsen of in rivieren eindigt.
Waarom Afrika jouw kleding echt niet meer nodig heeft
In het Westen dumpen we grote hoeveelheden niet-draagbare kleding (textielafval) in landen die economisch al onder druk staan. Daarmee schuiven we een probleem dat we zelf hebben veroorzaakt af op anderen.
Deze landen kampen vaak al met beperkte middelen en infrastructuur. De toevoer van Westers textielafval legt daarbovenop een enorme druk op hun verwerkingssysteem.
Het leidt tot milieuvervuiling, hoge afvalbeheerkosten en verdringt lokale kansen op werk en duurzame ontwikkeling. In plaats van solidariteit, creëren we extra obstakels voor landen die historisch al zijn buitengesloten van welvaart. Het is onrechtvaardig dat deze landen opdraaien voor de gevolgen van onze overconsumptie. We moeten onze eigen kleding verwerken, en stoppen met het exporteren van dit probleem.
Meer weten over hoe ons textielafval Afrikaanse landen overspoelt? Lees het Greenpeace-artikel.
Maar, waarom blijven mensen nieuwe kleding kopen?
Fast fashion is verslavend. Nieuwe trends, lage prijzen en sociale media pushen ons om te blijven kopen! Maar het besef groeit dat dit niet houdbaar is.
De cijfers zijn schokkend, maar er is hoop. Initiatieven maken al verschil:
- Schone Kleren strijdt voor eerlijke lonen en veilige werkomstandigheden in de kledingindustrie.
- International Justice Mission (IJM) bestrijdt moderne slavernij en helpt arbeiders in sweatshops.
- Klazina’s keuze: Ouders zoals Klazina kiezen steeds vaker voor duurzame kinderkleding, bijvoorbeeld van merken die gerecyclede stoffen gebruiken.
- The True Cost: Deze documentaire blijft een klassieker en wordt vaak genoemd als een eyeopener over de impact van fast fashion.
Motivatie om bewust te shoppen
De cijfers maken duidelijk: de kledingindustrie heeft een enorme impact. Maar jij hebt de macht om te veranderen. Door bewust te shoppen, steun je een toekomst waarin schone rivieren, gezonde ecosystemen en eerlijke arbeidsomstandigheden normaal zijn. Kies voor kwaliteit boven kwantiteit.

Bij NAIS in Noord-Nederland krijgen tweedehands stoffen een nieuw leven. Van oude textielen, verzameld via GoudGoed, maken ze unieke tassen, jassen en broeken. Elk item is one-of-a-kind, net als de mensen die het maken. Als sociale onderneming biedt NAIS werkplekken waar talenten bloeien, terwijl ze de textielafvalberg verkleinen – in Nederland gooien we jaarlijks 235 miljoen kg textiel weg.
Kies voor NAIS en maak het verschil – voor het milieu en voor anderen.
Groener Groningen
1 november 2025 staat Groningen in het teken van textiel. Groener Groningen verweven de stad met de betere keuzes op het gebied van kleding. Op 1 november vind je voor de 3e editie Kleer’nzooi XXL in de Martinikerk. Wil je alvast even voorproeven in het klein? Kom dan naar Kleer’nzooi XXS op 29 augustus in The Social Hub. En nee, XXS betekent niet dat er alleen maar kleine maten zijn, maar gewoon een event met een zooi aan kleer’n in het klein!
De Week van de Circulaire Economie is het grootste landelijke inspiratie- en netwerkevenement voor en door (beginnende) circulaire ondernemers.
Een week vol talks, rondleidingen, excursies en workshops door het hele land, de Nationale Circulaire Conferentie en natuurlijk de uitreiking van de Circular Awards. De Circular Awards zijn vier jaarlijkse prijzen voor initiatieven en personen die iets bijzonders doen voor de circulaire economie en die een inspirerend voorbeeld zijn voor anderen.
Een positieve toekomst
De kledingindustrie veranderen begint bij ons. Elke keuze telt: een spijkerbroek langer dragen, een trui repareren, of – waarom niet? – eens rondsnuffelen in een kringloopwinkel of online platform zoals Vinted. Initiatieven zoals Schone Kleren en IJM laten zien dat verandering mogelijk is, en mensen zoals Klazina bewijzen dat bewust shoppen niet moeilijk is. In plaats van oude kleding weg te gooien, kunnen we het ook nieuw leven inblazen — precies wat De Textielhub in Groningen doet. De Textielhub is ontstaan uit een samenwerking tussen onder andere het Alfa-college, Hanzehogeschool Groningen, Noorderpoort, Gemeente Groningen en Groningen Werkt Circulair. Het doel van al deze initiatieven is om een circulaire textielketen op te zetten waarin reststromen van textiel worden hergebruikt en verwerkt tot nieuwe producten.
Het imago van tweedehands kleding in Nederland is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Jongeren en jongvolwassenen zien tweedehands kleding steeds vaker als duurzaam, uniek en stijlvol. Voor veel mensen is thriften zelfs een lifestyle of statement tegen fast fashion. Dat is precies waar oprichter Dana in Winsum mee begon, en inmiddels krijgt haar initiatief steeds meer bekendheid. Ook Klazina, met haar winkel in Zuidlaren, laat zien dat tweedehands niet alleen stijlvol is, maar ook noodzakelijk. Door het gesprek aan te gaan met klanten, vergroot ze het bewustzijn over de impact van kledingkeuzes en laat ze zien dat verandering bij jezelf begint. Geïnspireerd door elkaars enthousiasme en overtuiging sloten Dana, Klazina en andere ondernemers zich aan bij de gedeelde PUUT-visie: laten zien dat verandering klein mag beginnen — in je eigen winkel, je eigen dorp — en dat elke stap telt in de strijd tegen de destructieve impact van de kledingindustrie.
Laten we samen de planeet een beetje lichter maken, één outfit tegelijk!